Bij het inrichten van je woning breng je tegelijkertijd je identiteit erin. Wanneer je alleen woont, kun je alles precies zo inrichten zoals dat bij jouw ‘eigen ik’ past. Je kunt dan overal je identiteit neerzetten. Maar wanneer je dat doet als je een partner en/of kinderen hebt, dan kunnen ze (onbewust) het gevoel hebben dat ze thuis niet echt welkom zijn. In het ergste geval zelfs dat ze niet worden getolereerd.
Vandaar dat het belangrijk is dat ieder gezinslid een eigen plek heeft. Dat hoeft niet groot te zijn, een hoek van de (slaap)kamer is genoeg om je thuis te voelen. Het gaat er om dat je je even terug kunt trekken op een plek met jouw eigen energie om je heen.

Wat als je geen eigen plek hebt?

In Amsterdam zijn de huizen vreselijk duur, een gezin met twee kinderen woont al jaren op slechts 60 vierkante meter. Dat is hun hele huis, de woonkamer, twee piepkleine slaapkamers, de keuken, de badkamer, het toilet, het halletje.
Je kunt je voorstellen dat er nauwelijks ruimte is om te bewegen, laat staan een eigen plek hebben. De man werkt ook nog thuis en heeft daartoe een eigen bureau in de woonkamer. Nergens is er voor de gezinsleden ook maar enigszins privacy. Het gaat al jaren niet goed met dit gezin. Man en vrouw hebben elke dag wel meningsverschillen, de kinderen zijn opstandig en druk. Door financiële problemen kunnen ze geen kant op. Een situatie die leidt naar ziekte, en dat is dan ook regelmatig aan de orde bij ieder gezinslid.

Twee mensen worden verliefd, en gaan op een gegeven moment samenwonen. Om kosten te besparen trekt de een bij de ander in. De meubelen van de één worden opgeslagen en deels op Marktplaats gezet, want het huis staat al vol bij de ander. Om het weekend verblijven de kinderen uit een eerder huwelijk bij het pas samenwonende stel. Na nog geen jaar is het al mis. Degene die bij de ander is ingetrokken voelt zich nimmer thuis. Zelfs de meest intense liefde houdt dan geen stand.

Een gezin verhuist naar een geweldig huis. Vader en moeder richten het huis in. Doordat de kinderen pas 4 en 7 jaar oud zijn worden ook hun kamers ingericht naar wat – meestal – de moeder mooi en prettig vindt. Een verhuizing is voor kinderen al niet zo prettig, vriendjes en/of vriendinnen worden achter gelaten, ook de gecreëerde vertrouwde energie van de oude slaapkamer is er niet meer.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kinderen zich op de nieuwe plek niet thuis voelen. Vooral wanneer ze – hoe klein de kinderen ook zijn – niet betrokken worden in het inrichten en de kleur van de muren van hun slaapkamer. Niets is meer vertrouwd, de huiskamer niet, hun eigen plekje is weg, de kinderen moeten aan de nieuwe omgeving wennen, etc., etc. Het is dan ook begrijpelijk dat de reactie van het kind is: stil teruggetrokken worden en/of in opstand komen.

Je thuis voelen kan pas als je een eigen plek hebt 

Helaas wordt er vaak bij het betrekken van een nieuwe woning te snel voor de ander besloten. De vrouw voor de man en de ouders voor de kinderen. Terwijl om jezelf staande te houden in de maatschappij, om je geaccepteerd, veilig en zeker te voelen, je basis daarvoor  een THUIS is in plaats van een huis!
Je thuis voelen kun je als je in de woon- én slaapkamer een plek hebt die bij jouw energie past. Mocht je meer willen weten over de plek aan tafel dan kun je het beste de serie lezen die ik daarover heb geschreven. Het is ontzettend belangrijk voor je fysieke, emotionele en geestelijke gezondheid om een fijne plek voor jezelf te hebben. Zie daartoe bij Keukentafel Psychologie.

In de woonkamer is dat de plek waar je zit zowel tijdens het eten én waar je zit als je je ontspant. Een eigen slaapkamer is natuurlijk ideaal, maar dat kan niet altijd. Zeker niet wanneer je samen met je partner de slaapkamer deelt., of dat kinderen een slaapkamer delen. Dan is het belangrijk dat je In de slaapkamer toch een eigen plek hebt om je even terug te trekken.
Ook al is dat op de rand van je bed aan de kant waar je slaapt. Met daarnaast een kastje of tafeltje waar je je eigen spullen op legt en kan laten liggen. En een plek om je kleren ’s avonds op te kunnen leggen.
In iedere (goede) hotelkamer zal altijd aan iedere kant van het bed een nachtkastje staan, en voor iedere persoon een stoel. Het lijkt zo gewoon, en dat is ook de bedoeling, want je moet je vooral thuis voelen in het hotel zodat je een volgende keer weer komt.

Stabiele en sociale volwassenen

Mijn Oma en Opa hadden achttien kinderen en slechts vier slaapkamers. Eén voor de ouders, samen met de baby en peuter, één slaapkamer voor de zes jongens en twee voor de twaalf meisjes. De woonkamer was tegelijkertijd keuken. En de zo geheten mooie kamer, welke met schuifdeuren naar de woonkamer was, was de plek waar je even helemaal alleen kon zijn. Wanneer iemand daar was, mocht je er niet ingaan zonder te vragen of het kon. Ook in de slaapkamers had men een eigen hoek, heel klein maar het was voor jezelf!
Zo groeiden de kinderen op tot stabiele en sociale volwassenen. Ze hebben alle achttien een ‘eigen ik’ mogen opbouwen, terwijl ze ook leerden delen!

Wanneer je met meer mensen samenwoont, houdt er dan altijd rekening mee dat je jouw persoonlijkheid niet oplegt aan de medebewoners. Ofwel dat jouw persoonlijkheid zo nadrukkelijk aanwezig is, dat de ander zich niet thuis voelt c.q. zich niet kan ontplooien. Zo van: ‘dit is mijn huis en als je wat wilt inbrengen dan moet je eerst agressief worden en dan zal ik misschien luisteren’. Want dat gebeurt dan, heftige discussies die vaak de lading bedekken waar het werkelijk omgaat.

Je Heilige Plek!

Ieder gezinslid heeft een ‘Heilige Plek’ nodig waar je je kunt terugtrekken in je eigen energie wereld. Is deze niet aanwezig dan heb je kans dat men overal ‘sporen’ achterlaat, zoals kleding, een krant, boek, spel, een kopje laten staan, etc. Het lijkt vergeetachtigheid en/of slordigheid maar het is onbewust een identiteitsclaim neerleggen. De persoon krijgt niet genoeg ruimte om zijn eigen energie in te brengen. In wezen wordt gezegd: ‘ik ben er dus houdt rekening met me’. En tegelijkertijd is het een roep om aandacht.

Een Heilige Plek kan heel eenvoudig worden gecreëerd door bijvoorbeeld een Boeddha-beeldje op die plek te zetten. Of het lievelingsboek er neer te leggen, of een dvd, een kleine foto, in ieder geval iets wat voor de persoon dierbaar is.
Zorg er ook voor dat de toiletruimte een plek is waar alle medebewoners zich thuis voelen. Dit is immers de plek waar men even tot zichzelf kan komen en zijn of haar shit achter kan laten.

Pas af en toe de identiteitsclaim toe…

Wanneer er bezoek komt is het juist goed om de identiteitsclaim toe te passen. Als je bij ons komt staat er een rode stoel, dat is de stoel waarin ik altijd en het liefste zit. De ruimte waar de stoel staat is tegelijkertijd de wachtruimte voor mensen die voor een consult komen. Terwijl de rode stoel de lekkerste is om te gaan zitten, ook de plek is helemaal goed, zal er zelden iemand gaan zitten. Waarom? Omdat mijn energie zo met deze stoel verbonden is, dat men het gewoon niet doet.

Je komt weleens bij mensen op bezoek die zeggen: ‘Maakt niet uit hoor waar je gaat zitten, ik zit overal.’ Zeg dat nooit, geef aan wat jouw plek is, ga niet op visite zitten in je eigen huis. De ander zal zich onbewust niet gemakkelijk voelen op jouw plek. Zit jij op je eigen plek dan kun je de ander beter op hun gemak stellen. Gaan ze toch op je plek zitten, dan kan het zijn dat er een stroeve conversatie ontstaat doordat er een ongemakkelijke sfeer is.

Sporen nalaten via gedrag

Je kunt ook sporen nalaten via je gedrag, door bijvoorbeeld meteen op te ruimen wanneer iemand iets laat liggen. Dat kan een enorme irritatie geven. Er zijn ook sporen van gedrag die meer vertellen dan je zou vermoeden. Kijk eens om je heen – met name in de woonkamer – zie je dingen die geen bijdrage leveren aan dat het decoratief, gezellig is of een bepaalde sfeer creëren?
Zie je bijvoorbeeld een stapel oude kranten liggen? Wil je daarmee laten zien dat je altijd up to date bent met het gebeuren in de wereld? Zo’n stapel oude kranten geeft eigenlijk juist aan dat je dat niet bent, want anders zou je ze wel opgeruimd hebben.

Kijk eens of je dingen hebt liggen of staan die laten zien wat je eigenlijk niet wilt laten zien? In een woonkamer waar spulletjes en dingen zijn die niet speciaal op een bepaalde persoon duiden, voelt iedereen zich thuis. Het toont tevens aan dat de bewoners emotioneel stabiel zijn. Ook al staan en hangen er totaal verschillende stijlen, toch is er harmonie.

Wat zeggen de kleuren in je huis over je persoonlijkheid?

De kleur van de muren, de bank, de kussens en andere meubelstukken verklappen ook de persoonlijkheid. Het kan zijn dat met name één persoon de doorslag heeft gegeven dat die bepaalde kleur is gekozen. Je kunt dan niet stellen dat iedere bewoner van het huis hier zich prettig bij voelt. Het kan, maar het hoeft niet. Degene die de kleur bepaalde laat hierdoor zijn of haar persoonlijkheid zien, dus het is niet de persoonlijkheid van alle medebewoners.

Wit: Zijn er alleen maar witte muren – eventueel gebroken wit of licht crème? Dan geeft dat aan dat de hoofdbewoner van rust houdt. Ook al is de persoon druk bezig, bij alles dat hij of zij doet is er een bepaalde (innerlijke) rust.

Lichtblauw is ook de kleur van rust, maar meer van afstandelijke rust. Ofwel visite is leuk, maar niet te vaak. De persoon is ordelijk, introvert en duikt graag ‘diep in het leven’.

Rood is de kleur van energie, passie, aandacht en optimisme. Een mooi (donker) rood tapijt geeft het gevoel van geborgenheid, en ‘je bent van harte welkom’. Deze krachtige en energieke persoon vindt het prettig om mensen te ontvangen, is zorgzaam. Vandaar de rode loper die wordt uitgelegd wanneer een VIP-persoon wordt verwacht. Heeft iemand veel rood in huis dan is het een persoon die snel geïrriteerd kan zijn en/of dominant is.

Oranje is de kleur van vrolijkheid, van energie. Is er een oranje muur, of zijn er kleden of is de bekleding hoofdzakelijk oranje, dan is de persoon die dit heeft uitgekozen een ‘bezige bij’. Houdt van gezellig kletsen en samen dingen doen.

Groen – vooral lichtgroen – vertelt dat de persoon innerlijk wil groeien, groeien naar een hoger bewustzijn. En zich verbonden voelt met de medemens, de dieren en de natuur.

Geel: De gele kleur laat een warme persoonlijkheid zien en dat degene ruimte nodig heeft, vrij wil zijn in doen en laten.

Goud is de kleur van succes en ondernemingslust. Gouden kleuren in huis betekent dat de persoon de top van zijn of haar kunnen wil bereiken. Niet door anderen opzij te duwen, maar juist door mensen liefdevol met elkaar te verbinden. Spiritualiteit en medeleven is hierbij erg belangrijk voor de persoon. Zijn er overwegend gouden kleuren dan slaat het naar het negatieve, naar macht willen hebben en egoïsme.

Roze – veel roze – is een verlangen naar liefde. Vaak heeft deze persoon in de jeugd niet veel liefde gekend. En kan zich daardoor of kinderlijk gedragen of afhankelijk opstellen.

Paars of violet: Is er veel paars of violet qua kleur in de woning dan hebben we te maken met een idealist, die strijdt voor alles dat naar onrecht ‘ruikt’. Dit kan leiden naar te veel zeggenschap overal in willen hebben.

Zwart: Is er veel zwart of wit-zwart aanwezig dan is het ‘grijze gebied’ voor de persoon te vaag, niet concreet genoeg en kan dit daardoor afwijzen.

Grijs is de kleur van neutraliteit, wijsheid en geduld. Heeft iemand overwegend een grijze kleur in huis gebruikt, dan houdt hij of zij van harmonie. En zal niet snel iemand veroordelen of een expliciete mening hebben. Mensen die van rood houden kunnen de ‘grijze’ mensen flegmatiek noemen, maar deze zeer bewuste mensen houden van rust, overwegen voordat ze besluiten en kunnen ‘achter’ woorden, handelingen en dingen kijken.

Bruin: Er is een tijd geweest dat bruin de hoofdkleur was, ook donkergroen. Het was de tijd dat stabiliteit erg belangrijk was. Het zijn eerlijke personen met een bourgondisch karakter, die graag alleen zijn.

Wil je je leven veranderen, verander dan van kleur! Men zegt ook wel: dan moet je kleur bekennen. Je kunt een uitgebreide beschrijving over de diverse kleuren in je huis vinden in dit artikel. 

Huisdieren

Ook huisdieren hebben een eigen plek nodig om zich prettig te voelen. Of het nu je kat, hond, goudvis, kanarie of welk dier dan ook is. Zij hebben, net als de mens, een vertrouwde en stabiele plek nodig om zich veilig en geborgen te voelen. Laat een hond of een kat nooit bij je in bed slapen. Op de eerste plaats is dat voor je eigen nachtrust (en je seksleven) niet goed, en het kan zijn dat jij de ‘dienaar’ bent van je kat of hond.

Elk dier heeft een vaste – eigen – plek nodig. Het kan zijn dat de plek die jij bepaalt niet bij het dier past. Zoek uit op welke plek het dier zich beschermd en op zijn gemak voelt. Dieren zijn heel gevoelig voor leylijnen en straling. Zo kan het zijn wanneer ze op een voor hen verkeerde plek verblijven, het dier continu ziek is. Over de diverse energieplekken in je huis heb ik geschreven in Zielscontact met je huis. Zou trouwens voor jezelf ook goed zijn om aandacht te besteden aan de goede en verkeerde energieplekken in je huis. 

Lieve groet,
Daisha